Tussenrapportage Biodiversiteit
Bijdrage van AB-vergadering 5 november 2024
Tussenrapportage biodiversiteit – AB vergadering 5 november
Eerder heeft Partij voor de Dieren er – samen met Water Natuurlijk – voor gepleit om deze tussenrapportage biodiversiteit als een bespreekstuk te agenderen. Dit stuk is te belangrijk om voor kennisgeving aan te nemen.
Er zijn ook AB-leden die minder aandacht willen geven aan biodiversiteitherstel vanuit de gedachte dat het voor ons niet van wezenlijk belang zou zijn of vanuit het geloof dat het vanzelf wel goedkomt met de natuur.
Enerzijds begrijp ik dat: onze kijk op de natuur en de plek van de mens daarin beïnvloedt hoe we denken over het belang van biodiversiteit. Maar, hoe u daar ook over denkt, we hebben ook de feiten onder ogen te zien.
Sinds 1970 is de populatiegrootte van vissen, vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen wereldwijd met gemiddeld 73 procent afgenomen. Wat merken wij daarvan? In eerste instantie valt dat misschien mee: minder insecten op de voorruit van de auto, bomen die eerder sneuvelen, vogels die we niet meer terugvinden in de tuin of op het land. Maar we beginnen steeds meer te zien en te ervaren dat er ook hele grote gevolgen zijn in de vorm van natuurrampen, gezondheidsrisico’s, het verdwijnen van soorten op land, in het water, in de lucht.
Een aansprekend voorbeeld is de grote afname van het aantal insecten. Hiermee hangt het hele dierenleven samen. Insecten staan laag op de voedselladder. Zonder insecten stort de natuur in elkaar. Veel gewassen zullen niet meer of slechter groeien zonder bestuiving door insecten. We weten niet bij hoeveel bestuivers minder onze voedselzekerheid in het geding komt, maar daar moeten we niet op gokken.
Zowel in Nederland als wereldwijd staat de natuur onder druk. Het VN-biodiversiteitspanel stelt dat de mensheid wordt bedreigd door verlies aan soortenrijkdom. Niet alleen het dierenrijk dus, ook het mensdom. Het herstel van de biodiversiteit is voor de mens van levensbelang en als waterschap hebben we daar een taak in.
Dan lees ik in de tussenrapportage biodiversiteit dat WDODelta zich aansluit bij de landelijke en provinciale doelstellingen voor biodiversiteit. Dat lijkt positief, maar dat is het níet. Het Planbureau voor de Leefomgeving trekt niet voor niets aan de bel. Nederland loopt achter op schema bij het behalen van de doelen voor biodiversiteitsherstel. Bij de biodiversiteitstop in Colombia heeft Nederland de doelen niet eens ingeleverd!
In de tussenrapportage biodiversiteit lees ik vooral wat we wél doen. En als alleen dat mijn horizon zou zijn, zou ik denken, goed bezig WDODelta! We willen van alles doen voor de natuur, dat wil zeggen ‘waar mogelijk’. Lees: als het maar zo min mogelijk kost. En dan lees ik in de begeleidende brief aan het AB over de tussenrapportage biodiversiteit dat er géén aanleiding is om doelstellingen bij te stellen of aan te passen. Dan val ik echt van mijn stoel. Geen aanleiding?
Uitstel van inzet voor biodiversiteitsherstel heeft gevolgen voor ons dagelijks leven: voor onze gezondheid, voor de economie, voor wat we eten. Wij mensen zijn onderdeel van de natuur, het is de basis van ons bestaan. Hoe robuuster dat ecosysteem, hoe groter de biodiversiteit. Hoe meer soorten, hoe minder kwetsbaar die soorten zijn, ook wij. Als we niet in staat zijn om de natuur te herstellen, ondergraven we de basis van ons bestaan.
Ben ik dan alleen maar zeer kritisch over de tussenrapportage biodiversiteit? Nee. Ik lees ook dat er de intentie is om ons te richten op optimalisatie van de variatie in leefgemeenschappen en dat er actief naar partners wordt gezocht om groenblauwe verbindingen mogelijk te maken. Maar hoe positief dat ook is, het is nog onvoldoende. Het is vaag verwoord als toekomstmuziek. Er mist een besef van urgentie. Er missen doelen, ambities, tijdsindicatie. We nemen zelf geen proactieve houding in.
Wel hebben we ons aangesloten bij het Nationaal Dashboard Biodiversiteit. Dat is positief. Het dashboard laat zien wat de status is van de biodiversiteitsdoelen, het legt uit hoe verschillende drukfactoren de biodiversiteit in Nederland beïnvloeden, het biedt handvatten door te laten zien waar en hoe we moeten bijsturen om de hersteldoelen te halen. Zo biedt het NDB precies dat waarvan in de tussenrapportage gezegd wordt dat het ons er nu nog van weerhoudt om proactief doelen te stellen op het gebied van biodiversiteit.
Er staan mooie dingen in de tussenrapportage over wat we als WDODelta al doen /willen doen aan het herstel van biodiversiteit. Maar ik mis ook het nodige. En wat ik mis, is tegelijk mijn vraag om daar aan te gaan werken:
- Geef een overzicht van de huidige staat van plant en diersoorten en blijf dat monitoren;
- Noem niet alleen wat goed gaat, maar geef een overzicht van de knelpunten, waar schieten we tekort in het herstel van biodiversiteit?;
- Geef aan wat er nodig is voor biodiversiteitsherstel;
- Formuleer concrete doelen, SMART geformuleerd, waarbij ook de beginsituatie en de knelpunten worden meegenomen.
Dan kunnen wij als AB ons controlerende werk doen met betrekking tot de effectiviteit van de maatregelen die we treffen voor biodiversiteitsherstel.