Alle levende wezens horen vrij te zijn en naar hun aard te kunnen leven. Dat geldt ook voor dieren die in en rond het water leven. Het waterschap
houdt daarom rekening met de belangen van alle dieren bij het ontwerpen,
inrichten en aanleggen van dijken en het watersysteem. Dat gebeurt nu nog
te weinig. Dieren worden dan ook vaak de dupe van beslissingen die in het
waterschap worden genomen, van muskusratten tot vissen.
De Partij voor de Dieren vindt dat WDODelta in al zijn beleid de intrinsieke
waarde en bescherming van in het wild levende dieren moet waarborgen.
De dieren moeten zoveel mogelijk met rust worden gelaten. In plaats van
het bestrijden van dieren die overlast zouden veroorzaken, kiezen we voor
preventief beleid waarmee schade wordt voorkomen.
Dijken en kades kunnen aantrekkelijke leefgebieden
vormen voor sommige diersoorten. De Partij voor de Dieren vindt dat dieren hun leefomgeving mogen
behouden. De mens mag in ieder geval door de manier
waarop wij ons land inrichten geen overlast voor dieren
veroorzaken, of moet daar oplossingen voor verzinnen.
De Partij voor de Dieren wil dat we rekening met elkaar
houden. Waterveiligheid en dierenrechten zijn geen
tegenstrijdige belangen waar tussen gekozen hoeft
te worden. We zetten in op preventie en maatregelen
om schade door gravende dieren, zoals de muskusrat,
beverrat of bever te voorkomen. Het uitgangspunt om
gravende dieren te doden is dieronvriendelijk, wreed
en onethisch. Jaarlijks worden nu nog tienduizenden
dieren per jaar gedood door waterschappen. Dit gaat
naar nul.